Brandveiligheid studentenhuizen vaak onder de maat

De helft van de studentenhuizen is niet brandveilig. Zo zijn er onvoldoende brand- en rookmelders, of zijn de blusmiddelen niet op orde. Bovendien treden regelmatig problemen op met de vluchtroutes, doordat deze geblokkeerd worden door fietsen of kratten.

In 4 van de 5 studentenhuizen ontbreekt een vluchtplan. En in 40 procent van de gevallen ontstaat de brand door een vlam in de pan. In de eerste plaats is de verhuurder verantwoordelijk voor de brandveiligheid, zoals de rookmelders en de (gecontroleerde) blusmiddelen. Daarnaast zijn de bewoners – de studenten – verantwoordelijk voor een brandveilig gebruik van het huis. Zo moeten vluchtwegen vrij zijn, branddeuren gesloten en blusmiddelen toegankelijk.

Brandveiligheid studentenhuizen: wat zijn de eisen?

Rookmelders
Bij brand moeten bewoners tijdig worden gealarmeerd. In de woonfunctie voor kamergewijze verhuur moeten daarom rookmelders geplaatst zijn tussen de uitgang van de verblijfsruimten en de uitgang van de woning. Bijvoorbeeld de gezamenlijke overloop en de hal. Tevens moet elke verblijfsruimte een of meer rookmelders hebben. Alle wooneenheden moeten dus een of meerdere rookmelders hebben, maar ook de rookmeldersgezamenlijke woonkamer; dat is immers ook een verblijfsruimte. Bij brand moet een alarm in alle wooneenheden (ook met gesloten deuren) voldoende duidelijk te horen zijn. Bij kamergewijze verhuur zal het, als het geluidsniveau niet voldoende is, dan ook al snel zo zijn dat de rookmelders door gekoppeld moeten zijn. Daarnaast moeten rookmelders zijn aangesloten op het lichtnet en voorzien zijn van een accu als achtervang indien de stroom uitvalt.

Blusmiddelen
In een gezamenlijke keuken en op iedere bouwlaag – in de gezamenlijke gang of op de overloop – moet een brandslanghaspel of draagbaar blustoestel aanwezig zijn. De haspel of brandblusser moet duidelijk zichtbaar zijn opgehangen of gemarkeerd zijn met een pictogram, zodat de in de woning aanwezige personen direct kunnen zien waar de blusmiddelen zich bevinden.

Deuren in vluchtroutes
Elke deur die bij het vluchten vanaf de uitgang van een kamer tot de uitgang van de woning gepasseerd wordt, moet eenvoudig met een lichte druk of met een panieksluiting kunnen worden geopend. Het gaat hierbij niet om een eis ten aanzien van de draairichting van deuren maar om het eenvoudig, zonder sleutel, kunnen openen van deuren. Er mag een panieksluiting worden aangebracht maar dat hoeft niet. De deuren van de kamers en de voor- en achterdeur van de woning mogen wel met een sleutel afsluitbaar zijn.

Verantwoordelijkheid
De hiervoor genoemde voorschriften komen uit het Bouwbesluit 2012 over kamergewijze verhuur en dragen bij aan de brandveiligheid. In de praktijk kan die brandveiligheid natuurlijk alleen maar worden bereikt wanneer die voorschriften worden nageleefd. De eigenaar/verhuurder is daarvoor verantwoordelijk. Niet naleven van de voorschriften is een overtreding die strafbaar is op grond van de Wet op de economische delicten. Vanzelfsprekend hebben ook de kamerbewoners een eigen verantwoordelijkheid bij het brandveilig gebruik van de woning. Het komt nogal eens voor dat een vluchtroute wordt geblokkeerd door fietsen, bierkratten, oud papier, meubels of vuilniszakken. Soms wordt er geknoeid met elektrische bedrading, met kans op kortsluiting. De eigenaar/verhuurder èn de huurders zijn er gezamenlijk verantwoordelijk voor dat een kamerverhuurpand ook veilig wordt gebruikt.

De Brandweer ontwikkelde een speciale folder voor de brandveiligheid in studentenhuizen. Ook de Landelijke Studentenvakbond voor en door Studenten geeft een handige tip: hang bij de ingang van je studentenhuis een aanwezigheidsbord op voor alle huisgenoten, zodat je in het geval van nood vrij snel kan zien wie er thuis is. In geval van brand blijkt het namelijk vaak niet duidelijk wie precies thuis was.

Bron: www.brandveilig.com